De geschiedenis van Loodgieter Edam
Vroege houten pijpen werden gemaakt van boomstammen waarin een groot gat in de lengte door het midden was geboord. Latere houten pijpen werden geconstrueerd met duigen en hoepels vergelijkbaar met houten vatconstructie. Staafbuizen hebben het voordeel dat ze gemakkelijk als een compacte stapel onderdelen op een wagen vervoerd kunnen worden en vervolgens als holle constructie op de bouwplaats gemonteerd kunnen worden. Houten buizen waren vooral populair in berggebieden waar het transport van zware ijzeren of betonnen buizen moeilijk zou zijn geweest. De term Loodgieter Edam kwam daarom ook pas een stuk later. Namelijk pas in de tijd van de romeinen, toen er gebruik werd gemaakt van loden pijpen.
Materialen voor pijpen
Houten buizen waren gemakkelijker te onderhouden dan metaal, omdat het hout niet zo sterk uitzette of samentrok bij temperatuurveranderingen als metaal en dus uitzettingsvoegen en bochten niet nodig waren. De dikte van het hout gaf de pijpen enige isolerende eigenschappen, waardoor bevriezing werd voorkomen in vergelijking met metalen pijpen. Hout dat voor waterleidingen wordt gebruikt, rot ook niet erg gemakkelijk. Elektrolyse heeft helemaal geen invloed op houten buizen, aangezien hout een veel betere elektrische isolator is. In het westen van de Verenigde Staten, waar redwood werd gebruikt voor de constructie van pijpen, werd ontdekt dat redwood eigenaardige eigenschappen had die het beschermden tegen verwering, zuren, insecten en schimmelgroei. Redwood-pijpen bleven voor onbepaalde tijd glad en schoon, terwijl ijzeren pijpen in vergelijking snel zouden beginnen te schalen en corroderen en zichzelf uiteindelijk zouden kunnen verstoppen met de corrosie.